Totaal aantal pageviews

maandag, december 02, 2013

Drie vlinders, een hondje, giraffen, neushoorns en een roodborstje

Wat is er mooier, vrolijker en tegelijk breekbaarder dan een vlinder?
Drie vlinders.
Drie vlinders zijn het mooist.

Het begon op het balkon.Het was nog zomer.
Toen ze weg ging, vergat ik te laten blijken hoe leuk ik haar had gevonden in de paar uur dat we elkaar hadden meegemaakt. We hadden gepraat, gelachen en ik meende zelfs dat we een onhandige poging deden te flirten, daar in de keuken. Achteraf hoorden we dat anderen zagen gebeuren wat er gebeurde. Ik was vooral onder de indruk.

Een week later. Verdwalen in een steeg met bamboe. Klungelige planning dus geen idee waarheen en waarom. De McDonalds. Later bracht ik haar naar haar auto. Ik durfde niet te zoenen. Het was te vroeg, dat snapte ik.
De volgende dag. Het balkon. We zoenden. Er was iets bijzonders, wat al miljoenen keren eerder was gebeurd, alleen lang geleden met mij en lang geleden met haar. En nooit eerder met ons samen.

Daarna, gympen op het strand, de drogist in Zandvoort, wandelen op de luchthaven, begrijpen hoe belangrijk de maan kan zijn.
Schuren, schilderen, kennis maken. Rare mensen. Leuke mensen. Mensen met een mening. Grote mensen uit het verleden en een klein mens uit de toekomst.
Een blauwe ballon, een auto over mijn hoofd.
Verwarring. Drie keer verwarring.

Het begon met drie vallende vlinders in het bos.
Ineens, althans voor mij.
De vlinders lagen tussen de dorre herfstbladeren: roze, paars en blauw lagen ze met lamme vleugels tussen het rood en bruin van het najaar. Geen teken van leven. Paniek. Ah, daar zijn ze weer. Ze vliegen wel, maar anders dan anders.

Wat is er mooier dan drie vlinders?
Niets.
Giraffen en een neushoorn.
Wakker gekust worden door twee monden, beide glimlachend.
De toekomst.

Elkaar aankijken. Voelen. Intens.
Kaarsen. Een scheur. Het verleden als een monster in de nacht.
De vlinders vliegen wel, maar anders dan anders.
Weg van mij. De verkeerde kant op. Kom terug, lieve vlinders. Kom terug, alsjeblieft.....

De drie vlinders zitten op een kwispelend hondje. Come Away with Me, zingt het elfje. Het hondje is sluw, hij wéét dat de vlindertjes betoverd worden door het elfje.
Een wandeling. Vliegtuigen met verlichte staarten vliegen als vlinders langs de maan.
Het is koud maar wij hebben het warm. Stomend warm.

Een kort moment in de meubelzaak. Drie vlinders, drie mensen.
Drie keer een glimlach. Het is koud maar wij hebben het nog steeds warm.
Weer een blauwe ballon, realiseer ik me achteraf.

Het gesprek. De derde keer, voor iedere vlinder één keer praten.
Het gaat niet, dat zie jij toch ook wel, hondje? Zeggen de vlinders.
Het is geen vraag, maar een constatering. Het hondje voelt dat de vlinders, zoals zo vaak, gelijk hebben. Het was, net als die avond dat ik de vlinders naar hun auto bracht, te vroeg. Dat snapte ik. Toen leefden de vlinders in mijn buik, nu vlogen ze weg.
Het hondje draaide zich om en liep weg. Nog een keer zwaaien. Daag.

Leegte.
Pijn.

Wat is er mooier dan een vlinder?
Wat is er mooier dan drie vlinders en een hondje?
Een roodborstje. Een roodborstje in een nestje. Dat is het allermooist.

Ik droom van een roodborstje. Niet nu. Maar later.
Later als we groot zijn.












Geen opmerkingen: