Totaal aantal pageviews

zondag, mei 29, 2011

La vita e bella

Ik had beloofd een stukje te gaan schrijven over de dyslectische bokser die gnast in de ogen van zijn tegenstander las. Natuurlijk ben ik die bokser zelf, en tegelijkertijd ben ik mijn eigen tegenstander.
Een tijdje geleden had ik het met mijn beste maat over de ups en downs van het leven, dat het soms niet makkelijk is en hoe je om moet gaan met tegenslagen.

Al filosoferend kwamen we snel tot de clichématige conclusie dat je geen ups hebt zonder downs en dat je niet echt kan genieten als je niet ook echt geleden hebt.
Jawel, de twee denkers van de koude grond waren weer eens aan het werk, dit maal op de wallen, van terras naar terras dweilend.

Toch is het natuurlijk allemaal waar wat we uitkraamden. Hij zit in een redelijk lastige fase van zijn leven, en ik probeerde hem voor zover dat mogelijk is wat steun te geven door mijn eigen shit nog maar eens op tafel te gooien qua relativeringsgedoe, en vooral het idee dat als ik mezelf steeds weer weet te herpakken, dan hij dus ook. Logica van een idioot, ik weet het.

Sommige mensen in mijn omgeving hebben een ogenschijnlijk lekker leventje: huisje, boompje, beestje, twee keer per jaar op vakantie, een stel leuke kinderen (voor zover zulke monsters überhaupt leuk kunnen zijn natuurlijk; de meeste kinderen verafschuw ik en zou ik het liefst met een honkbalknuppel de schedel inslaan. Vorige week scheelde het maar een haar of ik pakte twee kleuters in de Albert Heijn bij hun respectievelijke lurven om ze met hun koppen tegen elkaar te beuken als ware het twee kokosnoten. De moeder zou ik met een broodmes in haar milt hebben willen steken en tegen haar spartelende dikke lijf willen schoppen met mijn Timberlands. Deze drie mensen hadden een bijna-doodervaring en ze hadden het niet eens door. Ik telde inwendig tot tien en voelde een druppel zweet langs mijn rechterslaap lopen. Zelfbeheersing won het ook nu weer van mijn dierlijke impulsen en ik pakte een pak Optimel met kokossmaak uit het schap, of er godverdomme niets aan de hand was.)

Maar goed, die mensen dus, die lijken alles voor elkaar te hebben, maar dat is natuurlijk niet zo. Hun hoofden zijn leeg, er zitten geen vervelende herinneringen in, geen pijn, geen doodsangst, geen tranentrekkend verdriet, geen gekte, geen wanhoop. Waar ik haast opgefokt van kan raken, is dat deze flatliners zelf niet doorhebben dat ze een tekortkoming hebben. Waarschijnlijk prijzen ze zichzelf gelukkig en zijn er mensen in hun kringen die jaloers op ze zijn.

Ik niet.
Ik heb medelijden met ze. Deze grijze dozen zijn gevuld met onzin, met lucht, met een nikserigheid waar je depressief van zou worden. Deze mensen vinden het een drama als hun Seat Leon een keer naar de garage moet, of als ze eens in de tien jaar niet op vakantie kunnen.

Vraag jezelf dit: heb jij ooit pijn gekend? En dan bedoel ik niet het soort pijn wat je krijgt als je met een hamer op je duim slaat. Dat soort pijn is voor wijven en flikkers en daar schijt ik op. Nee, ik bedoel echt pijn, de pijn die je in je hart voelt, die in je botten gaat zitten zoals reuma dat doet, verdriet dat als een kankergezwel door je lichaam woekert. Of angst? Heb je wel eens waarachtige angst ervaren? Niet het soort angst wat je hebt als je op een uitkijktoren staat, nee: angst om dood te gaan? Niet later, niet als je oud bent, maar heb je wel eens hand in hand met Magere Hein gestaan en hem op het laatste nippertje in zijn bek gespuugd en op zijn tenen gestampt? Ben je wel eens bang geweest om je verstand te verliezen? Niet eventjes, maar voor altijd? Dat je de rest van je leven in een kliniek zit tussen de gekken, dat je platgespoten moet worden voor je eigen veiligheid, en dat je je dagen moet slijten als een kasplantje met een dwangbuis in een groot wit gebouw ergens in de duinen?
Heb je wel eens zoveel fysieke pijn geleden dat je kotsend op de grond lag, dat je wenste dat je knock-out ging om niets meer te hoeven voelen door de morfine heen?
Heb je wel eens iemand bijna of helemaal dood zien gaan? Heb je wel eens iemands zelfmoordpoging net niet kunnen tegenhouden, waarna je de geur van brandende benzine en verbrand haar en vlees nooit meer vergeet en na al die jaren nog steeds de tv wegzapt als je een brandende stuntman ziet? Heb je wel eens moeten vechten voor je leven met een krankzinnige junk met een mes in zijn vuile dievenpoten?
Ben je wel eens bang dat je de ware nooit zult vinden, of nog erger: dat je haar zelf hebt weggejaagd? Ben je bang dat je nooit papa of mama zult worden omdat het bijna te laat is, of nog erger: dat je een slechte papa of mama zult worden, of nog nog nog erger: dat je kind iets overkomt?

Kortom: angst, verdriet en pijn gekend zoals het bedoeld is? Is het antwoord nee, dan heb ik medelijden met je. Hoe kun je genieten van een nest jonge koolmeesjes als je niet bang bent voor de dood? Hoe kun trots op jezelf zijn als je niet ooit zeker hebt geweten dat het einde van je leven als niet-krankzinnige naderde?

Ik heb medelijden met de gevoellozen, met de hersendoden en met de grijze muizen van deze wereld. Als een horde zombies leven ze hun leven, ze trouwen op hun vijfentwintigste (je trouwdag is de mooiste dag van je leven, zeggen ze. Mooi, heb je die vast gehad, kun je de komende zestig jaar achterover zitten) en voor ze er erg in hebben zijn ze veertig en klaar met leven. Geen ambities meer, geen dromen, geen wensen, hooguit stiekem. Dit zijn de vreemdgangers van morgen, de zuurpruimen achter de geraniums van overmorgen, de echte verliezers van vandaag.

Verwar geluk nooit met saaiheid. En een leven gevuld met ervaringen niet met pech. Pak je momenten, geniet van het kleine: een gitaarsolo die je raakt, een mooie film, een zonsondergang, het silhouet van je woonplaats aan de horizon als je na een lange dag werken bijna thuis bent. Kortom: vraag je af waar je al die jaren in godsnaam mee bezig bent geweest, pak de draad op die je aan het einde van je puberteit vast hebt laten vallen, en leef.

Lééf, godverdomme! Lééf, of ik vermoord je!!!

Geen opmerkingen: