Totaal aantal pageviews

donderdag, juni 23, 2011

Orde van de Leeuw

Ik zag vanochtend deze advertentie online. Gespannen canvas. Moet je insmeren met Oxazepam.
Als je gaat zwemmen: nooit zinkzalf gebruiken.

De spanning van het Artist canvas (waarom heet dat zo?) zal ongeveer te vergelijken zijn met de spanning van mijn anus de laatste dagen. Ik bedoel niet dat ik een speciale anus heb, of dat er een specifieke reden is om daar de aandacht op te vestigen. Ik denk dat ik een van de saaiste anussen -of is het ani- heb van Nederland. Zelden verdwijnt er iets in wat er volgens Moeder Natuur niet in thuishoort. Hooguit een thermometer of verdwaalde zetpil. Of nee, dat laatste klopt niet. Een verdwaalde zetpil zit in je navel, of in je oor. Of in de kont van iemand anders, dan is hij echt zijn Tom-Tom vergeten. Nee, ik bedoel natuurlijk: een goed geplaatste zetpil. Of nou ja... goed.. het hangt van je definitie van goed af. Ik ben niet iemand die zegt dat je kont per sé een goede plek is om medicamenten in op te bergen, zelfs geen zetpil. Het woord 'zetpil' is trouwens net zoiets als Y-chromosoom of X-stralen, B-stijl of A-lijn. Zetpil. C-meermin.

Maar ter zake. Ik ben mijn baan per eind augustus kwijt.
Die mensen die verwachten, misschien zelfs hopen dat ik hier een vlammende tirade zal gaan houden over de hele achtergrond van deze Saga (die geen Saga is, maar gewoon een heel slecht en abrupt eind van een leuk verhaal, alsof het papier op was en de uitgever besloot om ergens midden in hoofdstuk veertien 'Einde' onderaan de pagina te zetten, terwijl de lezer de hoofdpersonages net een beetje aan het doorgronden was en de plot elk moment een onvoorziene wending zou nemen), wel, die mensen moet ik teleurstellen. Ik ga dat niet doen. Daar ben ik niet alleen te volwassen voor -of wat in mijn geval voor volwassenheid door moet gaan-, ik heb er vooral geen zin in omdat ik er geen energie in wil steken. Ik vind wel weer iets anders voordat ik in de VUT kan.

Misschien ga ik het over een heel andere boeg gooien. Mensen die me kennen weten dat ik het van de een op de andere dag radicaal op mijn heupen kan krijgen en besluit huis en haard achter te laten tijdens een impulsieve actie. Natùùrlijk krijg ik daar achteraf spijt van, zoals ik zo vaak spijt heb. Of tenminste wat in mijn geval voor spijt door moet gaan. Ook in spijt wil ik nooit te veel energie steken. Energie kan je beter in je kont steken, gelijk een Y-chromosoom of een zetpil.

Y-chromosomen moet je nooit langer dan zeven minuten koken, anders gaan ze stinken naar het vrijgekomen zwavel. Net als je kont. Je kont zeker geen volwassener stukje schrijven, Arrrr?
Neen. Dat kont ik niet.

En laat me nu maar met rust, want ik ben orde op zaken aan het stellen.
Of wat in mijn geval voor orde moet doorgaan.

zondag, juni 19, 2011

Vaderdag


Ik ben vroeger opgevoed met het idee dat je elke dag iets uit de schijf van vijf moest eten, maar ik begrijp pas sinds kort dat dat helemaal niets te maken heeft met de grote vijf. Het is me ook maar twee of drie keer gelukt om op één en dezelfde dag een stuk buffel, leeuw, luipaard, neushoorn en olifant op te krijgen.
Niet alleen vind ik luipaard niet te vreten, maar ik heb sinds 1994 een verbod om binnen honderd meter van Artis te komen.

Wat is de deal trouwens met die verdachte pakketjes bij Ikea? Ik weet nooit precies wanneer een pakketje van normaal ineens de status 'verdacht' krijgt. Het heeft ook wel iets stoers. Een saaie rugzak die je elke dag om je schouder heen drapeert is totaal oninteressant, maar als je diezelfde rugzak een keertje op het perron achterlaat, is het ineens 'een verdacht pakketje' geworden. De rugzak voelt zich stiekem trots als een aap met zeven lullen. Eindelijk aandacht. Maar terug naar Ikea. Ik vind elk pakketje bij Ikea verdacht als het juiste aantal schroeven en moeren er in zit.

We need to talk.. about the way you've been behaving
We need to talk.. about the christmas lights in your clothes
We need to talk.. about the stranger in the kitchen
We need to talk.. about the scissors and the silver foil

woensdag, juni 15, 2011

De getemde draak

Weet je wat het is.... het is allemaal niet zo moeilijk. Ik bedoel: je luistert naar Scouting for Girls met hun wereldnummer This Ain't a Love Song, je voelt je gebroken teen, je gebroken hart en je gebroken belofte en voor je het weet, heb je alweer een inleiding voor het volgende stukje onzin geschreven.

Gisteren ben ik teruggekomen uit Turkije. Ik heb weinig van het land kunnen zien, eigenlijk alleen mijn hotel in Istanbul, mijn collega's en het pand waar we aan het werk waren. Zondag hebben we wat drank en drugs gebruikt in een chique wijk ergens bij een boulevard waar Prada, Gucci en Mercedes je toeschreeuwden, en we gingen als beste vrienden van de uitbater weer heen. De volgende ochtend was er een van katers, zweet, hoofdpijn en overgeven. Dit is leven.

Tijdens één van de lange taxiritten van ons hotel naar ons kantoor, zat ik, elleboog uit het raam en naar buiten starend vanachter mijn Wayfarers wat te mijmeren(ja, ik mijmer wel eens.) Sure, het was een zware week, met werkdagen van soms wel meer dan veertien uur, voor een salaris waar je kater niet heel veel beter van wordt. Natuurlijk, mijn collega's horen tot de beste die ik in mijn twintigjarige werkverleden heb gehad, we hebben ons bij tijd en wijle kapot gelachen om elkaar en om de situatie en we hebben al met al een supertijd gehad.

Maar ik zal jullie wat verklappen.
De mensen die mij al langer kennen, weten dat ik niet altijd de wind in de zeilen heb gehad in het verleden. De details zijn bekend bij degenen die het wat aangaat, ik zal daar niet al te veel over uitweiden. Eén periode echter, zal me mijn leven lang blijven achtervolgen. Gedurende deze periode heb ik last van een ernstige depressie gehad. Tot dat moment, was een depressie voor mij iets voor zwakke mensen. Voor mensen die je niet kent en niet zou willen kennen. Hoe kan je godverdomme depressief zijn als je alles hebt wat je nodig hebt? Get your shit together en stel je niet aan, wees anderen niet tot last en doe normaal met je dramatische gedoe.

Yep. Totdat bij mij zelf de lamlendigheid in mijn leven sloop. Ik had alle ingrediënten voor een perfect gelukkig leven, ik heb tot op de dag van vandaag nooit echt helder gekregen waar het monster ineens vandaan kwam. Misschien lag het al langer op de loer en zag het simpelweg zijn kans, gevoed door mijn angsten die ik vrijwel dagelijks moest doormaken, het geweld waarmee ik moest omgaan en de totale ellende en de onderkant van de maatschappij die ik leerde kennen. Privé had ik alles op een rijtje, maar mijn baan was er een waarbij ik soms letterlijk moest vechten voor mijn leven, de dood heb gezien, waarbij ik heb gezien wat gekte met een mens kan doen en hoe ver mensen kunnen gaan met totale destructie.
Achteraf zeiden de doktoren dat ze het niet vreemd vonden dat ik het even niet meer trok. Posttraumatisch stresssyndroom. Label het en los het op.

Slapen lukte me niet meer, ondanks de zware slaapmedicatie die ik voorgeschreven kreeg. Ik kan me een dieptepunt herinneren waarbij ik zes dagen en nachten niet heb geslapen, waarbij ik niets voelde, niet kon lachen, niet kon huilen. Ik voelde me nietig, ik zat op de bank te wachten tot de dagen voorbij waren. En er was angst. De voortdurende angst. De angst, vooral, dat dit het einde was van de Arjen die ik tot dan was geweest. Dit was het begin van het einde, als dit zou doorzetten zou ik binnen een paar maanden opgenomen worden tussen de mensen die ik kort tevoren nog alleen maar zag als ik aan het werk was.
Wat een ironie, godverdomme. De brandweerman wiens huis afbrand. De angst hield me wakker, hoe moe ik ook was. Hoe graag ik ook wilde, ik kon de slaap niet vatten. Zelfs niet met de pillen die de dokter me had gegeven.

Op de zesde dag trok ik het niet meer. Ik moest slapen, al was het maar voor een uurtje. Ik nam een driedubbele dosis van de pillen, en spoelde deze weg met een halve fles whiskey. Verdomd, het werkte. Ik viel in slaap. Puur geluk. Nu was alles goed.
Een uur later, het zal tegen zonsopgang zijn geweest, werd ik alweer wakker. Alles zag er anders uit. Of anders... het was hetzelfde maar het voelde anders. Ik droomde, dat was het. Ken je dat gevoel dat je wel eens hebt als je heel erg schrikt, of als je heel erg dronken of stoned bent? Voor een paar seconden lijk je naast jezelf te staan. Het lijkt heel eventjes of je alles droomt, of de realiteit even uit is gevallen. Daarna kom je weer bij zinnen en is het weer goed.
Dat gevoel was het. Alleen niet voor even, maar voor langer. Minuten. Uren. Ik ging met mijn vriendin -zij trok het de laatste weken ook maar moeilijk, haar altijd gezellige en vrolijke vriendje die een hoopje ellende was- naar de Albert Heijn, ik moest de straat op.

Toen gebeurde het. Het begon te sneeuwen en ik was doodsbang voor de witte vlokken. Het was of iemand een deksel op mijn hersenen plaatste, het werd donker, alles voelde raar. Ik durfde niet meer vooruit en niet meer achteruit. Ik begon te zweten, ik was bang de macht over mezelf te verliezen. Ik droomde, dat was het. Zie je wel? Het was godverdomme toch een droom! Of nee, wacht, dat kan niet. Dit is wel degelijk mijn straat, mijn vriendin en hoe vreemd alles ook voelt, ik realiseer me met moeite dat het wel degelijk allemaal echt is.

Pleinvrees. Depressie. Posttraumatische stress, hyperventilatie, angstpsychoses. De doktoren twijfelden geen moment. Komt in de beste families voor, maak je geen zorgen, Ar. Het gaat over. Het komt goed. Ook al denk je van niet. Nee, je hebt geen hersentumor, heus niet. Nee, je wordt niet gek. Je hebt alles nog op een rijtje. Behandeling. Jaar uit de roulatie. Vrienden kwijt. Onbegrip. Nooit, nooit heb ik overwogen een eind aan mijn leven te maken. Ik wil niet dood, ik wil gewoon dat alles weer normaal is! Depressie, mijn reet! Depressievelingen willen dood, ik wil leven! Dokter, help me met leven godverdomme. Ar, je bent ziek. Neem deze pil. En deze. En ik verwijs je door naar iemand die je kan helpen. Hier is haar adres.

In de jaren daarna moest ik heel veel dingen opnieuw leren.
Om weer de straat op te gaan, met de tram naar de stad te durven reizen, kostte me bijna een jaar. Maar voordat ik dat kon doen zonder het gevoel te hebben elk moment in paniek te raken, kostte me nog meer jaren.
Het gevoel wat sommige debielen hebben als ze in een vliegtuig stappen? Je ziet ze wel eens op televisie, als figurant in een mentale freakshow. Totale irreële paniek. Wat een idiote aanstellers. In een vliegtuig. Ik had dat gevoel, die pure doodsangst, godverdomme zodra ik de voordeur achter me dichttrok. De draak greep me bij mijn lurven, verslond mijn ziel en liet me als een zombie verder lopen. Als ik een winkel inliep, had ik geen oog voor wat er in de schappen stond of in de rekken hing. Welnee. Ik was puur aan het overleven. Snel graaien wat je nodig hebt, afrekenen en wegwezen. Naar huis. Naar je veilige haven.

Het proces om weer te functioneren zoals ik dat gewend was, heeft uiteindelijk jaren en jaren geduurd. Heel lang heb ik me best prima gevoeld, maar trok ik mensenmassa's nog voor geen meter. Cafés, de Bijenkorf of een concertzaal zaten er gewoon niet meer in. Ik vond het wel goed zo. Tot ik een aantal jaren geleden ook die laatste barrière heb genomen. Ik was er klaar mee. Ik besloot dat niets of niemand me klein kon krijgen. Ook die laatste shit kon ik wel bijschaven. En ik zou meteen stoppen met roken. Als je toch bezig bent...

En zie me nu. Een paar jaar later. De volle ArenA als ik mijn vrienden van U2 kom opzoeken. Drukke feesten. Slenteren door de Kalverstraat. Opeengepakt in een volle tram. Ik lach er om. Sindsdien heb ik drie relaties versleten, ben ik vier keer verhuisd en twee keer van baan gewisseld, elk jaar op vakantie geweest en weet ik zeker: ik kan de hele wereld aan. Fuck you, angst. De draak is getemd en woont al jaren bij me. Hij slaapt op mijn voeteneind en hij kijkt me vol bewondering aan, waar ik ook heenga volgt hij me als een brave hond. We houden van elkaar.

Zittend in de taxi, met de avond ervoor nog in mijn botten en de lange werkdagen hangend aan mijn schouders, met mijn ongeschoren smoel in de zon keek ik naar buiten. Istanbul zoefde aan me voorbij. Sloppenwijken, wolkenkrabbers, verkeersopstoppingen, in de verte het geluid van een sirene.
De taxichauffeur wierp gedurende een seconde een blik in zijn achteruitkijkspiegel en hij keek me aan. Ik zag vermoeidheid in zijn ogen, maar tegelijkertijd realiseerde ik me dat hij waarschijnlijk hetzelfde zag in de mijne.

Ik keek naast me op de achterbank.
De draak lag te slapen, met zijn hoofd op mijn schoot.
Ik aaide hem zachtjes achter zijn oren, terwijl ik glimlachte.

woensdag, juni 08, 2011

Posttraumatische stress

I am the one who guided you this far,
All you know and all you feel.
Nobody must know my name
For nobody would understand,
And you kill what you fear,
And you fear what you don't understand.

I call you for I must leave,
You're on your own until the end.
There was a choice but now it's gone,
I said you wouldn't understand,
Take what's yours and be damned.


Morgen ga ik naar Istanbul voor mijn werk.
Istanbul. Eén van de steden die onderaan mijn lijstje bungelen van plekken die ik zelf zou uitzoeken om te bezoeken. Ik bedoel, als ik Turken wil zien, ga ik wel naar mijn oude buurtje in Amsterdam-West. Als ik vrouwen met een snor wil zien, bezoek ik mijn oma wel in d'r woongroep. Ik zal me daar aan elke Turk die ik ontmoet voorstellen als Kurt. Kurt, omdat je het uitspreekt als Koerd. Hallo, ik ben Koerd, zal ik zeggen, puur om te kijken hoe ze reageren.

Omdat ik om de hoek bij de startbaan woon, heb ik besloten om morgen met de bus naar Schiphol te reizen, en ik herinnerde me ineens dat mijn OV-Chipkaart die ik vorig jaar voor veel geld moest kopen. Ja moest, want ik wilde twee haltes met de metro. Ik had ook toen een trajectkaart die geldig was op dat stuk traject, ik had een strippenkaart die toen nog geldig was in Amsterdam, maar ik kon alleen het metroperron op door het poortje te openen met een OV-Chipkaart. Die moest ik ter plekke kopen voor zeven Euro vijftig, plus het saldo wat ik wenste. Ik geloof dat ik er vijfentwintig Euro op heb laten boeken, dan kan je even voort. Na dat metroritje heb ik hem nog één of twee keer gebruikt voor mini-ritjes, dus er staat zeker nog dik saldo op.
Toch weigerde het ding vorige maand 'piep' te zeggen toen ik een paar haltes met de bus wilde gaan. Mijn plastic kaartje van meer dan dertig Euro piepte niet, dus ik mocht niet mee van de buschauffeur, toevallig een Turk. Of hij Kurt heette, dat weet ik niet. Ik vervloekte Nederland, ik vervloekte het GVB, ik vervloekte de vooruitgang en ik vervloekte alle Turken.

Toevallig ken ik mensen die werkzaam zijn voor de OV-Chipkaart; het bedrijf waar ik werk doet grote zaken met Translink Systems, de exploitant van die ellendige kaart.
Toen ik een tijdje geleden toch op de klantenservice moest zijn voor wat zaken, liet ik een dame even kijken of zij kon achterhalen waarom de piep uitbleef. 'Arrrrjen, er staat gewoon nog saldo op, je kaart is niet geblokkeerd, administratief is er niets mis. Je moet hem even uit laten lezen op het Postkantoor, er is iets mis met de kaart zelf' Thanks, babe. Zal ik doen.

Vandaag was de dag dat ik de daad bij het woord zou voegen: morgen een paar haltes met de bus naar het vliegveld verderop, een mooie aanleiding om mezelf op deze vrije dag te belasten met Missie Piepkaart.

Verderop in mijn straat (oh nee, ik moet 'laan' zeggen heb ik geleerd. Het is een Dure Straat met een Groenstrook in het midden en Oude Bomen, en dan is het chique om 'laan' te zeggen. Het woord 'laan' zit inderdaad ook in de straatnaam, dus ik zal er op gaan letten. Laan dus. Zo werd ik een keer half uitgelachen door een scharrelmeisje van me omdat ik mijn eau de toilette een 'luchtje' noemde. Even een luchtje opdoen, zei ik. Schijnt 'geurtje' te zijn. Geen idee, echt... geurtje is lekker, luchtje is vies, zo legde zij me uit. Ik hou nog steeds van haar, ook al heb ik haar al jaren niet meer gezien.) Maar waar was ik? Oh ja, bij mij in de straat. Laan. Daar zit een Postkantoor. Hoofdletter P want het geldt als eigennaam. Ik liep met goede moed naar het Postkantoor, met mijn kaart in de kontzak.

Bij de balie haalde ik de kaart uit de kontzak, wapperde er mee voor de ogen van het wicht en zei 'mijn kaart piept niet, en bij de helpdesk van de OV-chipkaart zeggen ze dat ik hem moet uit laten lezen, kan jij dat voor me doen alsjeblieft?' vroeg ik. Naïeveling dat ik ben. Let op, wat er nu gaat gebeuren, je gaat echt lachen. 'Dat kan ik helaas niet, meneer. Daarvoor moet u bij een Postkantoor zijn' zei ze.
'Kijk eens achter je, wat staat daar op de muur? Post. Kan. Toor. Postkantoor. Hier ben ik. Kun je me helpen?'. Ik probeerde echt om nog vriendelijk over te komen, maar ik weet dat dat tevergeefs is; mijn ogen schijnen altijd te verraden wat ik echt voel. 'Ha ha ja, ik bedoel een Groot Postkantoor' pareerde het mokkel.
Ik keek om me heen. Akkoord, ik moest meteen toegeven dat je deze plek op verschillende manieren zou kunnen omschrijven, maar 'groot postkantoor' zou de plank flink mis slaan.

'Ah zo. En waar vind ik zo'n Groot Postkantoor, schone jonkvrouwe? Vertel mij dat eens gauw, voordat ik een paniekaanval krijg?' Ik voelde een zweetdruppel langs mijn slaap naar beneden rollen, en ik kon aan het wicht zien dat zij het ook zag. Volgens mij was ze een beetje bang van me. 'Over de brug zit er eentje' loog ze.
'Over de brug? Waar? In Sloten? Nee hoor, daar zit helemaal geen Postkantoor. Waar bedoel je?' beet ik haar toe. 'Volgens mij in Osdorp, heet het Osdorp? Daar zit volgens mij een Groot Postkantoor' probeerde ze. 'Ja, Osdorp zit ook over de brug. Maar waar dan? Kun je het even opzoeken voor me alsjeblieft?'
Dat kon ze niet. Of wilde ze niet. Of weet ik veel. Ik weet vooral dat ik supergeïrriteerd de zaak verliet en in mijn auto stapte naar de plek waar ik vroeger woonde, verderop in Amsterdam. Over de brug, en dan nog een stuk rechtdoor en dan linksaf. Daar zat altijd een Heel Groot Postkantoor in de Reinier Engelmanstraat.

Binnen tien minuten parkeerde ik mijn auto voor de deur van het pand, waar de ramen van waren geblindeerd. Het oranje-witte TNT Post-bord was door vandalisme kapot en in het portiek hing een penetrante pisgeur. Pislucht. Opgeheven, gesloten, verloren en foetsie. Voor al uw postzaken (ook openbaar vervoer! stond er met de hand bijgeschreven) kunt u terecht op adres Pieter Calandlaan zoveel. Mooi zo. Om de hoek dus. Stukje lopen en ik ben er al. Toen ik de sigarenhandel annex postagentschap binnen liep, wist ik gelijk: dit gaat het niet worden. Een kopie van de tent verderop in mijn laan (ja, ik leer snel), dus ik weet al genoeg, besloot ik.

De man achter de toonbank had een bruine huid grijzend zwart haar en een ouderwetse bril, ik schatte hem in als iemand uit Pakistan of daar in de buurt. Zijn Nederlands was met een dik accent, maar toch prima te begrijpen. OV Chipkaart? Nee, mienier, niet hier. Doe ik niet mier, ies alleen maar hoofdpijn voor ons. Zijn er mee gestopt vorige jaar. Natuurlijk. Je hebt gelijk, makker. Alsnog welkom in Nederland. Enig idee waar er hier een Groot Postkantoor is? Nee? Dat dacht ik al. Of ik Albert Heijn al geprobeerd heb? Vent, wat bedoel je? Albert Heijn? Om mijn OV-Chipkaart uit te lezen? Wat? Nee, serieus... wat?

Verdrietig verliet ik de zaak, wenste de Pakistaan een gemeend fijne dag en liep terug naar mijn auto. Er stond nog een adres op het bord van het gesloten Postkantoor. Ligt redelijk op de route. Pieter Calandlaan zoveel. Zelfde laan, ander nummer. Gek, deze laan is eigenlijk een gewone straat, bedacht ik. Geen groenstrook, geen bomen. Hele theorie van een paar alinea's geleden om zeep, mompelde ik, en ik reed bijna een moeder met kind ondersteboven. Focussen, Ar... focussen.... mompelde ik weer.

Zal het iemand verbazen dat op dit adres helemaal geen Postkantoor zit, maar een pizzeria? Godverdegodverdomme, zei ik hardop in mijn hoofd. Natuurlijk. Natuurlijk is het laten fixen van je dure OV-Chipkaart een godverdommese Mission Impossible in dit godvergeten kutland. Ik reed nog een rondje extra door Osdorp, in de hoop dat ik een Groot Postkantoor kon vinden.
Oh, wat ik trouwens vergeten ben uit te leggen: natùùrlijk heb ik eerst op het internet gekeken waar ik een Groot Postkantoor in de buurt van mijn adres kon vinden, uiteraard! Je kan op de site postkantoor.nl heel goed zoeken aan de hand van verschillende criteria. Je kan op de Postkantoorzoeker zelfs aanvinken dat je een Postkantoor zoekt waar ze je kunnen helpen met Openbaar Vervoer! Mooi hoor. Alleen... daar komen dus onder andere de twee adressen naar voren waar ik onverrichter zake ben heengezonden. Echt. Ik lieg niet. En zoeken op 'groot postkantoor' op die site levert niets op.

Ik heb besloten die hele kutkaart weer onderin de la te leggen. Niet meer naar kijken, niet meer aan denken. Net als met liefdesverdriet, je stopt het weg en je denkt er niet meer aan. Snel met iets anders verder, anders trek je het niet meer. Ander keertje. Niet nu. Nu wil ik rust. Morgen koop ik wel een kaartje bij de chauffeur, als ik naar het vliegveld ga.

Dit hele zaakje stinkt. Er zit, en zo hebben we op literaire wijze de boel op de valreep weer rond weten te schrijven, zijn we maatschappijkritisch geweest, heb ik mijn gevoelens gedeeld en heb ik door middel van meerde kwinkslagen de mensen laten lachen, kortom een luchtje aan. Je moet het maar verzinnen.