Totaal aantal pageviews

maandag, juli 18, 2011

Slippery People

These are strange days, we're living in today.

Vier jaar geleden begon ik een stukje met precies deze zelfde zin, gezongen door Robbie Williams. Diezelfde Robbie Williams vond ik trouwens lange tijd maar een eikel, maar dat kwam voornamelijk doordat mijn toenmalige vriendin fan van hem was. Als gevolg van een een laf soort afstotingsmechanisme wat zich kennelijk meester van mijn onderbewustzijn had gemaakt, vond ik alles wat zij leuk vond in een reflex vanzelf niet leuk. Achteraf denk ik dat dat kwam doordat ik te schijterig was om in te zien dat onze relatie al jaren een terminale kankerpatiënt was, waar geen bestraling tegenop gewassen zou zijn. Me hier al te bewust van worden, zou betekenen dat er consequenties aan verbonden moesten worden: ga weg bij dat wijf. Leef je leven en word gelukkig zonder haar. Dat zou alleen in strijd zijn met mijn toen heersende overtuiging dat ik te allen tijde een steun en toeverlaat aan mijn zijde nodig had om niet krankzinnig te worden. Een catch 22 waar je zonder goddelijke inmenging moeilijk uit kunt breken, tenzij een diepere kracht in de krochten van je onderbewuste ziel zich roert en ervoor zorgt dat je de ander langzaam maar zeker zo tergt en uitknijpt, dat vluchten de enig resterende optie is.

Het mooie is dan meteen dat je de schuld gevoeglijk bij de ander kunt leggen (dat kutwijf heeft me verlaten!), wat het allemaal een stuk draaglijker maakt qua zelfreflectie. Hoe dan ook, ik had weinig met Robbie Williams totdat het lot Robbie en mij samenbracht. We stonden oog in oog met elkaar in Amsterdam Zuidoost, hij vroeg hoe het met me ging en ik antwoordde 'prima, hoe gaat het met jou?', maar ik kon niet goed verstaan wat hij vervolgens zei, vanwege het gekrijs van veertigduizend hysterische wijven. Ik keek om me heen en ik zag dat ik niet alleen was in dit stadion. Ik besloot nog even te blijven en meneer Robbie blew me away zoals ze dat zeggen. Ik was bijkans bekeerd tot het Robbiedom en besloot niet veel later, toen mijn inwendige klootzak de strijd met het mokkel had gewonnen (ze ging er vandoor met een kerel van veertien jaar ouder, nota bene een klootzak die ik twaalf jaar eerder aan haar had voorgesteld, het noodlot haat me nou eenmaal) om de zin Screw you I didn't like your taste anyway voor altijd een eeuwig hard mee te zingen.

Strange days dus. Toen, vier jaar geleden en nu weer. Ik ben er de persoon niet naar om te pas en te onpas de sentimentele klootzak uit te gaan hangen, maar dat ik met grote regelmaat de blues in mijn botten heb zitten, dat mag onder de hand wel bekend zijn. Mensen om me heen denken meestal dat ik een grapje maak als ik ze eerlijk beken dat ik vol angsten en onzekerheden zit en een aangeboren aanleg voor depressies heb. Ha ha, heb je hem weer, zie je ze denken. Die Arrrr, altijd in voor een geintje. Onzeker, hoor hem nou weer... of je Moeder Theresa in een dronken bui hoort zeggen dat ze met drie vingers tegelijk masturbeert. Of nee, die vergelijking klopt niet. Ach, het is duidelijk wat ik bedoel en zo niet dan weet ik het ook niet.

Toen ik daarstraks achter het klavier van de knoppen van mijn toetsenbord ging zitten, geloof ik dat ik in mijn achterhoofd een soort van idee had, een onderwerp wat zich tussen de regels zou gaan manifesteren, om aldus als uitlaatklep voor mijn diepste emoties te fungeren. Iets met een mevrouw met een hond, maar zoals zo vaak loopt het anders dan de bedoeling en voor je het weet zit je te raaskallen over Robbie Williams en Moeder Theresa en heb je de rode draad al uit je poten laten vallen voordat je hem goed en wel vast had. Het beste is dan om heel die shit gewoon weg te stoppen achter je maag, daar waar alle andere pijn zit en te doen of de zon schijnt en snel over iets totaal anders te praten.

Zo zat ik vorige week met een goede vriendin op een terrasje achter een glas Grolsch, terwijl zij doorratelde over haar relationele en emotionele issues. Mijn god, dacht ik, terwijl ik naar de dikke kont van een langslopende negerin keek, het kan godverdomme altijd nog neurotischer. Ik knikte af en toe zoals iemand knikt die aandachtig luistert, maar mijn gedachten waren elders. Ze is niet helemaal Nederlands, wat ik haar vergeef omwille van onze vriendschap die dit jaar haar tweeëntwintigjarige jubileum viert. Als gevolg van haar duo-culturaliteit (als dat nog geen bestaand woord is, dan wordt het godverdomme tijd.) klapte ze er af en toe onbegrijpelijke spreekwoorden en gezegdes uit, zoals hij ging met zijn ziel onder zijn schoenen naar buiten of ik ben alleen zo bang dat ik mijn eigen kaarten aan het verbranden ben. Geen idee wat ze bedoelde, en ik had ook geen zin om er naar te vragen. Ik vond het wel grappig, die ter plekke bedachte spreekwoorden.

Een paar dagen later -niet geheel toevallig op de tiende sterfdag van Herman Brood- sprak ik de ex van de eerste alinea. Koetjes en kalfjes passeerden de halfjaarlijkse revue, en ze begon op een bepaald moment te vertellen over haar pijnlijke teen. Ze was met haar lamlul kwaad weggelopen uit een restaurant, omdat de bediening niet goed was of zoiets banaals. Typerend voor haar, werd haar hooghartige show ter plekke gedevalueerd tot een slapstick, omdat ze met haar te hoge hakken aan haar lompe poten van een richel afdonderde en zich ternauwernood aan het tafelkleed van een dinerend echtpaar wist vast te klampen.
Als gevolg van die actie had ze een duim of vinger (ik luisterde niet echt naar haar gewauwel) uit de kom getrokken of zoiets, ik weet het niet meer precies. Het was een of ander lichaamsdeel wat zeer deed door de actie die alleen een kalf zoals zij kon uitvoeren in ieder geval.

De dag na ons gesprek, vertelde ze, had ze een controle-afspraak bij de dokter, die naar haar duim (of vinger) zou kijken, om te beoordelen of de boel goed hersteld was. Alleen, zo verklapte ze mij, had ze inmiddels meer last van haar voet dan van die hele vinger (of duim), omdat ze een paar dagen eerder naast haar slipper was gaan staan. Ik onderbrak haar gemekker. Naast je slipper gestaan? Ik ken die uitdrukking niet, mens. Wat bedoel je met naast mijn slipper gaan staan? Ze schoot in de lach. Niemand, dacht ik, niemand is zoals ik. Niet veel later hingen we op, weer op de hoogte van elkaars situatie: zij irritant gelukkig met een rijke klootzak, ik nog steeds zoekend als een hond naar een sok in een vreemd huis.

Vrienden, wat er ook gebeurt, beloof me plechtig dat jullie nooit, maar dan ook nooit naast je slipper gaat staan.

Amen.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

It's remarkable for me to have a website, which is useful in favor of my know-how. thanks admin

my weblog :: small loans

Anoniem zei

At this tіme І am reaԁy tо do my breakfaѕt, once
having my brеakfast coming yеt again to reаd further nеws.


my wеbрage :: instant payday loans

Anoniem zei

Pretty! Тhis was an іncredibly wondeгful poѕt.

Μany thanks fоr ѕuρplying this info.


Here is my webpage: New Bingo Sites