Totaal aantal pageviews

woensdag, augustus 10, 2005

Vlees noch Vis




Het is een uur of vier in de middag en ik ben de hele dag vrij geweest.
Ik verveel me en ik heb trek, erge trek.
Het duurt nog een tijd voordat mijn vriendin thuis is, want die is naar een concert van Van Dik Hout.
Hoe kom ik de uren door? Ik weet het: even snel naar beneden naar de visboer. 's Kijken wat ze voor lekkers hebben.

Boven aangekomen pak ik mijn in-between-maaltijd snel uit want ik sta te trillen op mijn benen van de honger en het water loopt me in de mond van de inhoud van het ritsel-tasje: Twee ons gebakken kibbeling met knoflooksaus en een broodje haring (alles erop en eraan meneer? Ja, lekker!)

Ik moffel eerst de kibbeling weg voordat hij afgekoeld is. Arjen weet er wel raad mee: de ene hap is nog niet doorgeslikt of de andere verdwijnt al in zijn molen.
Erachteraan gelijk het kleffe broodje haring. Njam njam, dat smaakt. Naar vis vooral.
Het bordje met resten saus en kruimels zet ik op de grond voor mijn twee rode rakkers, die zich er met zomogelijk nog meer overgave op storten dan ik zoƫven.

Gek.....ik heb net behoorlijk gegeten, maar het hongergevoel is helemaal niet weg.
Even wachten misschien? Nee, echt...het voelt niet helemaal goed dit. Misschien snel even wat zoets erachteraan. Even kijken, wat hebben we....hmmmm hagelslag. Ik zet het pak aan mijn mond, en neem twee, nee drie monden vol met Venz. Duidelijk geval van te laag bloedsuiker, dit. Ik voel het duidelijk: ik sta te trillen op mijn benen en ik begin te zweten als een otter. Mijn hartslag is ook niet echt laag.

Ik zit even later op de bank. Ik voel me nog steeds niet goed. Ik zweet echt ontzettend, het loopt in straaltjes langs mijn hoofd naar beneden.
Het trillen is niet minder geworden, integendeel. En wat is het warm! Jezus, het lijkt wel of de kachel op vijfentwintig graden staat. Ik voel of de boord van mijn sweater knelt, want zo voelt het. Nee, die zit gewoon normaal.

Ik sta op en loop naar de spiegel. Ik schrik me rot.
Mijn hoofd en hals zijn rood. Niet rood zoals wanneer je bloost, nee, eerder een soort paarsig. Ook niet vlekkerig zoals iedereen dat wel kent, nee, het is egaal van kleur. Net een soort masker, of schmink of zo. Dit is niet goed. Mijn hartslag is ook abnormaal hoog nu, net of ik honderd meter heb gesprint voor de bus.

Er zijn inmiddels zo'n drie minuten voorbij sinds ik mijn broodje ophad.
Ik voel me helemaal niet goed, en ik voel aan alles dat er iets goed mis is in mijn lijf: Paarse kop, zweten en trillen en mijn hart bonst in mijn hele lijf.
Dan beginnen mijn oren te suizen. Het enige wat ik nog hoor is mijn eigen hartslag: boem-boem-boem-boem in een razend tempo nu. Zou er iets met mijn hart zijn? Heb ik -ook al ben ik nog jong- een hartinfarct? Mijn ene opa is er jong aan gestorven en mijn andere heeft er ook een half dozijn achter zijn kiezen.

Jezus, een hartaanval, dat moet het zijn! Ik gok dat mijn hartslag nu rond de 250 is; het is niet normaal meer! Ik moet even liggen, besluit ik. Nee! Niet liggen, want ik stik ook bijna! Mijn trui. Uit ermee. Nee, helpt niet. Shirt ook uit. Weg ermee, die kleding knelt alsof het twee maten te klein is. Lucht, ik wil lucht.
Ademhalen gaat moeilijk nu, alsof je in een sauna zit.

Dan ineens is het of er een hendel wordt overgehaald. Van de ene op de andere seconden staan mijn vingertoppen in de brand. Er gaat 220 volt door mijn zenuwen. Auw! Mijn vingers, mijn hele handen staan in de brand, kokend water, maar dan aan de binnenkant. Ook mijn voeten nu. Dan mijn onderarmen, en dan mijn benen en bovenarmen.

Wat is dit! Dit is helemaal niet goed! Ik raak in paniek. Wat moet ik doen? Ik heb het gevoel of er iets heel ergs gebeurt, en ik ben aan het vechten tegen flauwvallen.

Flauwvallen! Ik val zo flauw, dat kan niet anders, alles staat in de brand en doet pijn. Mijn hart stopt er zo mee, want dit tempo houdt geen enkel hart langer vol dan een paar minuten. boem-boem-boem-boem-boem, wel vijf keer per seconde, boemboemboemboemboemboemboem jezus ik moet liggen. Op bed. Ik wil slapen, flauwvallen, deze droom moet voorbij zijn en snel!

Ik sta op van de bank en begeef me naar de slaapkamer. Alles draait. Of je een liter tequila ophebt; alles is surrealistisch en alles draait en staat scheef. Net een film. Mijn lijf voelt of er accuzuur door mijn aderen stroomt en ik tegelijkertijd onder constante stroom sta. Mijn hart draait op hol en ik kan maar heel moeilijk ademhalen. Ik plof op bed. Dat moet helpen, dat kan niet anders. Liggen, eindelijk liggen.....mijn bed draait of het op een pick-up staat.

Dan ineens dringt het tot me door.
Een allergische reactie!
Ja! Dat is het! Zeker weten! Dat verklaart ook al die rare klachten van de laatste maanden waarmee ik naar de huisarts ging! Vis! ik ben allergisch voor vis!!!! Ik weet het honderd procent zeker, dit is wat is wel eens op TV heb gezien over mensen die heftig reageren op een wespensteek! Jezus!

Op dat moment wordt mijn keel dichtgeknepen als door twee onzichtbare handen.
Ademen gaat bijna niet meer, ik snak naar lucht. Ik maak een piepend geluid. Geen zuurstof. Hetzelfde als wanneer je een stomp in je maag hebt gekregen; piepende, schrapende geluiden en je energie moet uit je tenen vandaan komen om maar een beetje zuurstof te kunnen inhaleren. Alleen dat gaat nu niet. Niets. Ik ben nu al twintig seconden verder, en kan niet meer ademhalen. Mijn keel zit dicht. Ik merk de pijn en de brand niet eens meer, want ik ben aan het stikken. Ik ga dood. Dat is duidelijk: ik ga nu, hier, op deze dinsdagmiddag in 1998 in Amsterdam-Oost, in mijn eigen huisje, op de veel te jonge leeftijd van 27 jaar, dood.

Dan schiet het me tebinnen: in mijn jas! In mijn binnenzak zitten anti-allergietabletten die ik ooit heb gekregen van mijn huisarts nadat ik doodziek ben geweest van een wespensteek. Antihistamine voor noodgevallen! Binnen handbereik!!!!

Ik sta van mijn bed op, en tol in de richting van de slaapkamerdeur. Daar, om het hoekje, is de kapstok met daaraan mijn spijkerjack. De pillen. Nog een paar meter. Het wordt al donker aan de randen van mijn gezichtsveld. Alles draait. De zwarte vlekken worden groter en ik zie bijna niets meer. Meer op de tast dan op het zicht bereik ik de gang. Zuurstof. Een beetje maar, alsjeblieft. God, als je bestaat, red me dan, alsjeblieft, alsjeblieft! Ik wil nog niet dood, echt niet, alsjeblieft.....een minuut zonder lucht? Een halve minuut? Ik weet het niet. Ik bereik mijn jas net niet. In de gang aangekomen wordt alles pikzwart en het laatste wat ik me kan herinneren is dat het licht uitging.

Niets.
Helemaal niets.
Leegte omschrijft niet wat ik voel. Nog minder dan slapen.
Geen tunnel, geen licht, geen schimmen. Niets.
Ik ben dood.

Heel in de verte voel ik iets.
Mijn hand.
Er zit iets aan mijn hand.
Iets nats.
Iets nats en ruws.

Hoe laat is het?
Midden in de nacht, dat kan niet anders want ik slaap.
Ik wordt half wakker terwijl ik in een diepe slaap ben.
Even mijn ogen open.
De wekker, waar is de wekker? Er is iets anders dan normaal. Soms word je wakker en denk je dat je in je kinderkamer ligt. Al snel realiseer je je dat je tig jaar verder bent en dat je thuis bent. Gek is dat, je hele orientatie naar de kloten.
Dat is wat in nu voel.
Huh? Ik zie de vloer. Grijs met zwarte spikkeltjes. Een drempel.
Hee, Frenkie, lekker beestje van me, waarom lik je aan mijn hand?
Jezus waar ben ik en hoe laat is het? Het is donker en doodstil in huis en ik lig midden in de gang.

Er was iets gebeurd, iets heel ergs, ineens herinner ik het me!
Wat was dat in godsnaam??? Ik heb geluk gehad, heel erg veel geluk. Dat realiseer ik me direct. Ik was bijna dood. Meer weet ik niet, maar dat is een ding wat zeker is.
Ik probeer op te staan. Auw. Alles doet pijn. Godver wat is dat? Ik heb mijn broek volgescheten. Jezus. Wat is dit godverdomme?
Kleren uitdoen....hee, mijn shirt en sweater zijn al uit. Onder de douche. Jezus Christus, wat was dit?
Afdrogen.
Wat ben ik moe en hoe laat is het eigenlijk?
Half acht.
Half acht? Ik mis een paar uur.
Ben ik zo lang weggeweest?
Dat kan toch niet? Langer dan een paar minuten bewusteloos en je hebt blijvende schade, heb ik altijd geleerd. Maar uren???
Eerst even op bed liggen. Er is een Leopard-tank over me heen gereden. Elke vezel in mijn lijf doet zeer. Even mijn ogen dicht. Ik slaap alweer.

Later zou inderdaad blijken dat ik een anafylactische shock heb gehad; de meest heftige allergische reactie die er bestaat. Vaak met dodelijke afloop. De mensen die het geluk hebben dat ze direkt medische hulp krijgen, overleven het. Een shot pure adrenaline, zuurstof en een shot steroiden en hope for the best.

Ik was alleen thuis. Geen enkele hulp. Ik ben ruim drie uur weggeweest.
Niemand weet waar ik was.

Geen opmerkingen: