Totaal aantal pageviews

vrijdag, april 20, 2007

Taxi! Godver!




Het vorige blog stond al een paar dagen klaar op gepubliceerd te worden, vandaar vandaag een dubbele aflevering, omdat jullie allemaal zo lief zijn geweest.
Lief is sowieso hoe ik me de laatste tijd voel. Of lief, lief, meer lieffig, als ode aan het kikkermeisje. Alleen zij weet wie ze is.

Uiteraard gaat die lieffigheid gepaard met minstens enkele woede-uitbarstingen per week, ik ben tenslotte wel Arrrrjen "kort lontje" van de Petteflet.
Eigenlijk ben ik dan misschien wel op mijn allergrappigst, bedacht ik me vandaag. Ik reed terug van enkele boodschappenlocaties, ook wel "winkel" genoemd in de volksmond, en in het parkeerstraatje achter mijn flat (note to self: noem het appartementencomplex en het klinkt alweer een stuk interessanter) stond een of andere lamzak met zijn Mercedestaxi midden op de weg geparkeerd bij zijn garagebox. Dat doet die lul vaker; dan is hij met zijn penis-verlengstuk bezig, maar dat moet dan zo asociaal mogelijk gebeuren uiteraard. Waarom rijd je anders Mercedes tenslotte? Geef mij maar een BMW, zeg ik. Kuch. Terzake. Ik kon zilveren haaitje er ternauwernood langspersen, en met een keer of zes in- en terugdraaien wist ik haar in het enige overgebleven parkeervak te moffelen, met dank aan Aso en zijn taxi. Hij stond daar overigens naast zijn auto te lullen met een -overduidelijk- andere taxichauffeur. Nou heb ik regelmatig mijn bek vol van Marokkanen, negers, joden, Turken en tandartsen, maar eigenlijk is er maar één volk wat daadwerkelijk uitgeroeid mag worden van mij, en dat zijn godverdomde taxichauffeurs.

Nadat ik was uitgestapt en met mijn boodschappentassen in mijn armpjes (ik ben een klein ventje, dus heb ook armpjes. Wel een Replay-spijkerbroek en een Nudie-shirt aan, evenals een nieuwe Ray-Ban zonnebril uit de zomercollectie van 2007 op mijn smoel en een paar grijsbeige All-Stars aan mijn voeten en een Dim-short aan mijn goddelijke billetjes) langs lelijke auto en lelijke mannen liep, complimenteerde ik de klootzak met zijn sociaal gevoel. "Klasse geparkeerd hoor. Heel netjes. Echt." zei ik tegen hem. Samen keken ze me aan alsof ze snot zagen branden. "Je kon er toch langs, of niet?" probeerde de domste van de twee. "Daar gaat het niet om. Je staat midden op de weg stil met je motor uit, te lullen met een kerel. Dat is asociaal en mensen moeten om je heenrijden. Het is -parkeerstraat of niet- gewoon Openbare Weg en daar mag je niet zomaar stilstaan." "Lul" vergat ik nog bijna te zeggen.

"Oh, maar ik zag niet dat je er zo moeilijk langskon" zei hij met een schijnheiligheid waar ik hartkloppingen in mijn hoofd van krijg. Ik voelde -ik zweer het- iets knappen in mijn hersens. "Oh nee?? Ohhhwww wacht, jullie zijn allebei blind! Dat wist ik niet! Mijn excuses voor mijn onbehouwen gedrag. Ik wist niet dat ik te maken had met twee blinde mensen. Maar stom van me. Taxichauffeurs he! Had het moeten weten. Sorry!"

Goed. Van het een kwam het ander en voor ik er erg in had, vergat ik tot tien te tellen en ontglipte mij een woordenstroom waarvan ik eigenlijk alleen nog een paar steekwoorden als kankermongool, strontlul, je tyfusmoer en kom hier dan, klootzak, dan krijg je een stamp voor je smoel weet terug te halen.
Eenmaal in de lift aangekomen schoot ik godverdomme in de lach om mezelf. Waar haal ik het weer vandaan. Blind, natuurlijk, sorry. Pfff...ontzettende eikel. Ha ha ha wat was dat weer een pret. Om de pret te vieren gaf ik mijn tijgers een extra neushoornbiefstuk en schonk voor mezelf een Cola Zero in, welke ik op mijn balkon achteroverklokte. Ik knipoogde naar een parkietenstel wat naar me zat te gluren vanuit hun boom. Piep, zei de ene. Ja, piep, wat je zegt, makker, dacht ik.
Mijn god, wat had ik trek in een sigaret. Of een borrel. Mijn zenuwen. Godverdomme, mijn zenuwen, ze doen het niet meer! Of wacht. Nee, er is niets mis mee, gelukkig, het leek maar zo. Ik was heel eventjes redelijk kalm en raakte bijkans in paniek van dat rare gevoel. Godverdomme, wat moet ik nou doen?

Wat moet ik doen met....met....wel, met mijn leven en dat soort dingen? Ik bedoel...ik bedoel help me nou toch godverdomme eens.
Wist je dat Roma achterstevoren Amor spelt? Ik wel.
Zal ik me morgenochtend eens flink afrukken? Ik ben -dat dient gezegd te worden- meer een ochtendrukker dan een avondrukker. Best raar eigenlijk, want ik ben verder echt heel erg een avondmens. Ook sex met een mens, zeg maar, dat doe ik ook het liefst 's avonds. Maar rukken doe je 's ochtends. Soms is het leven een vreemd iets. Ik ben rechtshandig, tweebenig en mijn primaire oog is mijn linker. Telefoneren doe ik weer bij voorkeur met mijn rechteroor, en nierstenen kweken het liefst met mijn linkernier. Stoppen met typen, daarentegen, doe ik met beide handen. Kijk maar:

dinsdag, april 17, 2007

Deze vuist op deze vuist




Well these are strange days, we're living in today.
C'est la vie, I say.

Sjesus waren me dat even warme en weirde dagen.
Utrecht, Arnhem, Hilversum, Amsterdam, het zijn steden die vreemd volk voortbrengen.
Raar volk ook. Volk wat bij mij past.
Zaterdagavond, op de weg van Arrrr-nhem naar Amsterdam, wilde mijn kleine zilveren kogeltje even los gaan. Ikzelf had daar ook best behoefte aan na een paar in meerdere opzichten broeierige dagen, dus al snel reden we op topsnelheid over de A2 richting veiligheid. Onderweg zag Zilveren Vriendin een hele grote en snelle auto, het was een godverdomde Subaru Impreza, een van de stoerste monsters op wielen.
Er zaten twee grappige gasten in met petjes op, en van Veenendaal tot de Afslag Osdorp raceten we gebroederlijk links en rechts over het asfalt. Op een lege weg had Kogeltje uiteraard het loodje met gemak moeten leggen tegen Blauw Monster, maar dank zij de zaterdagavonddrukte hadden we met zijn allen de grootste pret. Misschien dat Henk van Justitie nog weer eens in de picture komt, want ik geloof dat ik ook op het 80-kilometerstuk op de A10 eventjes de 170 heb gehaald, waarbij ik heel misschien ook wel een paar auto's rechts heb ingehaald. Of ik, het was mijn autootje die er schik in had en ik zweer dat ik in de groenverlichte ramen van het World Fashion Centre kon zien dat ze tussen mijn motorkap en mijn voorbumper haar haaientanden blootlachte. Van Arnhem-noord naar Amsterdam-west deed ik een kwartier of drie. afgepeigerd stapte ik uit en gaf mijn twee tijgers elk een blik voer met hele stukken antilope en nam een koude douche.

Vandaag had ik het met een paar collega's over de zin en onzin van het kolven van de vrouwentiet, ik heb echt geen idee meer hoe we daarop zijn gekomen. Ongetwijfeld door een rare opmerking mijnerzijds. Hoe dan ook, één van mijn collega's vertelde dat hij de kolftechniek ooit eens op zijn zus had toegepast, in die zin dat hij haar tiet met een vacuumpomp ontdeed van de moedermelk.
Nou vind ik alles wat ook maar zijdelings is gerelateerd aan baby's zo ongeveer het smerigste wat er is, dus ik vraag me af hoe ik de komende dagen de slaap zal kunnen vatten. Kolven is in mijn belevingswereld per definitie al een smerig proces, maar als ik Collega in mijn mind's eye bezig zie met zijn zus, dan houdt het gewoon wel een beetje op voor me, ben ik bang. Ik haak dan gewoon af, zeg maar.
Volgens Collega was lag er "een medische reden aan ten grondslag", waarmee hij alles zomaar even van tafel dacht te kunnen vegen. Een godverdomde medische reden, me dunkt ja. Wat dacht je van totale krankzinnigheid? Gatverdamme. Welk geestelijk gezond mens laat haar eigen broertje met een vacuumpomp aan haar tiet zitten? Niemand, hoor je me. Niemand! Bah.

Overigens, als een miniatuurvrouw, of hoe moet je tegenwoordig op een politiek-correcte manier fucking dwergen aanspreken, maar als zo'n ehhhm liliputtersvrouw zeg maar, als die haar tiet kolft, is dat dan niet gewoon midgetkolf?

Vanmiddag kwam ik uit mijn werk (ja, ik werk voor de kost) en ik stond zowaar met Geil Italiaans Meisje in de lift, die op bezoek ging bij haar ouders die ergens hoger wonen dan ik. Mijn hemel wat een dom wicht. Ze klonk als een kruizing tussen dat eendje van de Pinokkio-tekenfilms van vroeger (heette dat beest niet Gina of zoiets?) en dat kleine mensje (midgetkolfkampioen) van Will and Grace. Zou die griet helium roken of zo, dat ze zo'n onmenselijk vreemd stemmetje heeft? Maar nog steeds een alleszins geile smoel, dat evengoed wel. Maar dom. Kortom: de perfecte vrouw. Niet waar, dat lieg ik. De perfecte vrouw moet nog geboren worden, of mij tenminste eens een keer opbellen om te zeggen dat ze er voor me is.

De gemiddelde mens heeft één tiet en een halve lul.
Wat ben ik blij dat ik niet gemiddeld ben.

Groene parkieten schijten net zo wit als meeuwen. Negers daarentegen, die schijten wel degelijk bruin. Wat zit de natuur toch wonderlijk in elkaar.

Er bestaan rubber penissen. Dat kan ik begrijpen. Als je behoefte hebt aan een penis, maar er is er geen voorhanden, dan grijp je naar een rubber penis. Of is het een rubberen penis? Maargoed. Evenzogoed bestaan er rubber kutten, rubber tieten, ja zelfs hele rubberen mensen bestaan er. Zo had je vroeger Rubberen Robbie, de koning van de flexibiliteit. Ik begrijp de behoefte aan dat soort zaken best redelijk, hoe ziek en pervers het ook allemaal moge zijn. Zolang je de tiet van je zus er buiten laat, is het eigenlijk nog best normaal ook zelfs.

Maar wat de hel is de deal dan met een rubber vuist?
Ik zweer je; je kan rubber vuisten kopen.
Nou ben ik een man van de wereld, weet zeg maar wat er te koop is en zo, en ja, er zijn mensen die houden van een vuist in hun anus danwel hun baarmoederhals. De één verzamelt postzegels, een ander speelt tuba en weer een ander stopt graag onderarmen in zijn darm. Zo hebben we allemaal tenslotte wat.
Maar.....één ding snap ik niet. Wanneer heb je zin in een vuist in je reet, maar heb je geen godverdommese vuist in de buurt ??? Ik bedoel: wat de hel voegt een rubber vuist in vredesnaam TOE aan deze wereld? Je kan hem tenslotte alleen maar gebruiken als jij of iemand anders hem vasthoudt! En als je iets kan vasthouden, kan je godvergloeiende godgodgodverdomme toch ook een fucking VUIST MAKEN!!!!!!!
Sjesus Christus, zeg....welke debiel heeft ooit gedacht "wat de wereld nodig heeft, is een voorraad rubber vuisten"?
En er zijn -ik zweer het je- nog mensen die erintrappen óók! Ja! Een rubber vuist! Dat is handig zeg! Voor als je zonder komt te zitten.

Tsss.


donderdag, april 05, 2007

Brave




Het maakt niet zo veel uit hoe ik me voel, somber, vrolijk, verdrietig, mak, zombie-achtig, opgewonden, geil of gewoon normaal en saai, maar er zijn van die stukjes muziek die altijd en overal hetzelfde gevoel in je oproepen, ongeacht de cerebrale toestand van je brein even daarvoor.

Zo (daar heb je hem weer) zorgt de gitaarsolo van Marillion's Born to Run me altijd een brok in mijn keel en moet ik me telkens weer fysiek inspannen om niet te gaan huilen. Ik heb geen herinnering aan dat lied, geen gebroken hart of een speciale periode of iets dergelijks. Geen label aan een verloren emotie van weleer. Nee, het zijn puur de geluidsgolven die dat doen. Ik vind dat als je dat kan, als je in staat bent mensen te roeren met je kunst, of het nou muziek is of schilderkunst of iets anders, maar als je dat kunt doen, dat je per definitie een held bent. Ik heb het dus niet over "dit was een hit toen mijn vriendinnetje het uitmaakte en dus voel ik me kut als ik het hoor", want dat doe je gewoon zelf. Nee, ik heb het over lachen om Hans Teeuwen als tafelheer van Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door, ik heb het over het schilderij boven mijn bank van die symbool staat voor iets, en ik heb het over die vetklep van Marillion die mijn botten beroert. Helden en heldinnen en ik hou van ze.

Soms vraag ik me wel eens af wat ik nou eigenlijk leuk vind om te doen.
Dat zouden meer mensen zich vaker moeten afvragen, maar dat terzijde.
Ik vind het onder andere leuk om gitaar te spelen, om in de zomer door de bollenstreek te rijden, ik vind het leuk om in Bloemendaal te zijn met Spikey, ik vind het leuk om een DVD te huren met Zazz, ik vind het leuk om met de kinderen van die andere Sas te praten over kinderdingen, ik vind het leuk om met mijn katten op de bank te liggen, ik vind het leuk om door de zaterdagstad te rijden met mijn raampje open en stiekem te kijken naar die stomme rotstad waar ik nog steeds stiekum van hou, ik vind het leuk om te sjansen met dat Italiaanse meisje wat ik twee keer per jaar zie, ik vind het leuk om mezelf te zijn (maar even zo vaak haat ik het om mezelf te zijn), en ik vind het leuk om te weten dat ik zo vrij kan zijn als ik zelf zou willen.

Maar het allerleukst vind ik het eigenlijk als ik mensen laat lachen. Kan me niet schelen hoe. Of ik bedoel: kan me niet schelen op welke manier. Hoe, is wel degelijk belangrijk. Een glimlach is niet genoeg. Echt niet. Een grijns of grinnik is ondermaats. Nee, het allerleukst vind ik het als ik meerdere mensen tegelijk echt hardop kan laten lachen, schuddebuiken of huilen van de pret. Dan krijg ik het op mijn heupen. Dan schud ik de ene ter plekke verzonnen grap na de andere uit mijn mouw, en ben ik minstens zo grappig als een professionele stand-upper, ik zweer het.
Meestal gebeurt dit onder werktijd, buiten, waar anderen een sigaretje roken en ik niet meer. Dan zie ik ze denken "wat is die Ar toch grappig en ad-rem".
Als ik dan later naar huis ga, zie je ze bij wijze van spreken denken "Hoera, morgen is hij er weer. Kunnen we weer lachen. Wat een fijne vent is dat toch, een waarlijk puike kerel die de ene scherts na de andere grol weet te produceren ter aller vermaak" of zoiets.

's Avonds thuis, luister ik dan naar Marillion's Brave album en hoor Runaway, Goodbye to all that en The Great Escape en dan ben ik helemaal niet zo grappig en ad-rem. De lente houdt me in haar armen en ik leg mijn hoofd in haar schoot. Terwijl ze met haar handen zachtjes door mijn haar kroelt, worden mijn oogleden zwaarder en zwaarder en ten slotte val ik in slaap, de laatste akkoorden van Made Again faden weg in de schemerwereld tussen wakker zijn en slapen.

Morgen overdag moet ik weer grappig zijn, want stel dat ze me leren kennen.

woensdag, april 04, 2007

Ode aan de lente




Lente, kom dan.
Kom dan naar buiten en met me spelen, meisje van me.
Kom buiten spelen en hou me vast terwijl ik van je geniet en me voel zoals ik me het liefst voel.
Zorg dat ik niet alleen van jou geniet, maar ook van mezelf, puur doordat jij er bent, lieve Lente van me.
Je hebt je lieve gezichtje al een paar keer laten zien de laatste weken, en ik was blij je weer te zien.
Ik hou zoveel van je, woorden schieten tekort om te beschrijven wat je met me doet, mijn liefste. Hoe vaker ik je zie, hoe meer ik van je houd. Of nee: ik hou niet eens per sé meer van je, maar ik realiseer me waarschijnlijk gewoon steeds meer dat jij de enige ware bent voor me.

Mijn god, wat heb ik je gemist de laatste maanden. De eerste periode ging het wel. Ach, over een paar maanden is ze weer terug, denk je dan. Maar dan. December en januari, de twee draken die me elke keer weer bij mijn keel grijpen. God, wat haat ik ze. Minder dan voorheen, dat wel, maar het blijven twee monsters die ik het liefst voor eens en voor altijd versla. Maar ik heb jouw hulp daarbij nodig, lieffie. Jouw hulp en die van je net iets minder mooie, maar nog steeds bloedstollend prachtige oudere zus Zomer. Samen, wij drieën, samen zullen we Winter weten te verslaan. Voor eens en voor altijd uit mijn bestaan, en voor altijd gelukkig en vrolijk.

Lente, wat ben ik blij dat je vanaf volgende week definitief weer je lieve smoeltje in mijn leven komt bezorgen. Ik heb je gemist en ik laat je nooit meer gaan. Ik ga je koesteren en ik ga naar je staren zoals alleen ik naar je kan staren. Ik ga van je genieten en ik ga trots op je zijn en ik ga je vasthouden als ik slaap en ik ga gelukkig met je zijn.

Tot ik je uit het oog verlies en ik me niet realiseer wat ik heb gehad tot ik het ben kwijtgeraakt.
Zoals altijd.
Dan ga ik je missen.
Dan moet ik huilen omdat je er niet bent.
En dan hoop ik dat ik je ooit weer een keer zie, en net als ik dacht dat ik eigenlijk best wel zonder je kan, net op dat moment, steek jij je lieve en mooie smoeltje weer door mijn slaapkamerraam heen en beginnen we weer van voren af aan.

Ik heb je gemist en ik wou dat ik je nooit had leren kennen, mijn aller-aller-allerliefste schat. Zondag en maandag ga ik de hele dag van je genieten. Hou van me.