Totaal aantal pageviews

vrijdag, juli 20, 2007

Home and Abroad.....




Ik heb een vriendin.
Niet een vriendin als in "een vriendin", maar gewoon Een Vriendin. Maatje. Geen sex, zeg maar. Een vriend met een vagina, zoiets. Een gleufgabber. Een muff mate. Ja, ik verzin het ter plekke.
We kennen elkaar een kleine twintig jaar, hebben in 1990 of zoiets een paar keer gezoend en gevoosd, en meer is dat nooit geweest.

Vorig weekend belde ze me op, om te vertellen dat ze van mij gedroomd had. In haar droom hadden we sex. Specifieker; ze kwam hier om mijn huis schoon te maken, en daarna hadden we sex. Ok, godverdomme, ik zal alles vertellen. Ze kwam hier met een vriendin van haar, ze maakten mijn huis schoon, en daarna hadden we sex. Op zijn hondjes en ze wilde meer. Alleen dat geeft al aan dat dromen bedrog zijn.

Ik vertelde haar dat dat nou precies ook mijn droom is, al jarenlang.
We moesten er om lachen. We besloten het gesprek uiteindelijk met de opmerking dat we snel weer eens moeten afspreken. Ik spreek je snel weer, en droom intussen verder, grapte ik bij het ophangen. Pret. Awkwardness en pret gaan vaak hand in hand, tenminste in mijn leven.

Vandaag ging ik eerder naar huis, vanwege poets-day. Engels poets dan he, dichters. Niet poetsdag, daarmee wacht ik tot dat vriendinnetje langskomt in haar kamermeisjes-uniform en haar hondenriem. Poets day staat voor piss of early, tomorrow saturday. Ik reed op de ehh dingeslaan in West, en gezeten op een rijwiel staken er ineens twee magere negerinnen vlak voor mijn wielen over. Zonder op- of omkijken, gewoon stuur naar links en gaan met ehh... (sorry) die banaan. Ar vol op de rem, nat asfalt maar een snelle reflex, gepaard met een dosis geluk voorkwamen dat ik de twee halfapen daadwerkelijk aanreed. Het scheelde denk ik twintig centimeter. Ik buzzte mijn raampje open en zei kalm dat ze volgende keer beter kon uitkijken alvorens haar tweewieler om te draaien, hetgeen mij op een mitrailleurvuur van geschreeuw en geblèr kwam te staan. Ik zuchtte, trok mijn handrem aan en stapte uit. Ik wees op de driehoekige witte markeringen die zij net waren overgestoken, vergezeld van een dikke witte streep. Luister eens, stelletje bonobo's, zei ik. Ik ben me er bewust van dat je in de jungle over het algemeen weinig haaien tegen zult komen. Desondanks ben ik ervan overtuigd dat het ook in de Congo de bedoeling is dat je godverdomme stopt als je haaientanden en een witte streep voor je fucking wielen hebt, stom wijf.

Ik kwam er -nadat me opviel dat de ene van de twee trutten nauwelijks tanden in haar muil had- vrij snel achter dat elke vorm van communicatie tevergeefs zou zijn, dus ik stapte maar weer in mijn bolide, duwde de handrem naar beneden, en zoefte weer verder richting Winkelcentrum, waarbij Paul Weller en zijn Style Council me begeleidden met het prachtnummer Paris Match. Subiet een lucifer in je zwarte reet, mompelde ik tegen mijn achteruitkijkspiegel.

Bij de Dirk aangekomen, liep ik allereerst naar het prikbord-met-advertenties toe, gristte daar een envelop met mijn naam in meisjeshandschrift van de muur, en las met een glimlach van oor tot oor de inhoud. Wat een pret weer. In je zwarte reet, dacht ik weer, en ik bescheurde het haast van het lachen.
Schuddebuikend rekende ik voor twintig euro en dertig cent mijn boodschapjes af, en op de terugweg naar huis vroeg ik me af wat het verschil is tussen rozijnen en krenten. Normaal koop ik altijd rozijnen, maar vandaag besloot ik het roer radikaal om te gooien en een pak krenten aan te schaffen. Een mens moet niet bang zijn voor veranderingen, tenslotte.

Paul mijmerde samen met Dee C. Lee iets over ever changing moods en ik trapte het pedaal nog maar iets verder in. De kans dat je tot twee keer toe op één dag een drugsverslaafde negerin voor je wielen krijgt is statistisch nihil, maar een man mag toch hopen? Zonder al te veel vloeken kwam ik thuis aan, parkeerde in één vloeiende beweging op de parkeerplaats waar mijn buurman het liefst staat (ik vind hem een lul en doe alles om hem te irriteren. Zo bel ik regelmatig even bij hem aan, als ik naar mijn werk ga en langs het bellenbord loop, en ik vraag me af hoe lang het nog duurt voordat hij definitief doordraait van frustratie. Regelmatig zit ik met mijn Glock 37 in mijn handen, nadat ik het mechaniek heb geolied, en bedenk me hoe makkelijk het zou zijn bij hem aan te bellen en hem tweemaal door het hoofd te schieten van dichtbij. Hoe lang zou het duren voordat iemand hem mist? Dagen? Weken? Zou ik als verdachte worden aangemerkt? Nee, alleszins niet. Hij kent mij niet, en we hebben niets met elkaar te maken. Zou de recherche bij mij aanbellen? Ja, vast wel. Ik zie het voor me. Twee heren, een met een leren jasje en bakkebaarden, en een iets oudere met een rode fleecetrui. Of ik als buurman van het slachtoffer wellicht iets vreemds heb gehoord de laatste dagen? Ik? Nee, maar ik ben bijna nooit thuis. Vijanden? Hij? Kan me niet voorstellen, agent, het was zo'n aardige man. Zou ik er mee weg kunnen komen? Waarschijnlijk wel. Then again, de voorgenomen verhuizing naar een andere stad dan de mijne komt met rasse schreden dichterbij, dus waarom de goden verzoeken? Zal je net zien dat de lamlul het overleeft, na twee jaar uit zijn kunstmatige coma bijkomt, en mij alsnog als dader weet aan te wijzen, ruim nadat ik mijn biezen heb gepakt naar een dorp in het Gooi. Laat maar leven, die klootzak. Dat hij dagelijks een bijna-doodervaring heeft, realiseert hij zich niet.) en liep naar boven toe.

Daar gaf ik mijn twee tijgers ieder een achterpoot van een neushoorn, en bakte voor mezelf een struisvogelbiefstuk. Als toetje aten we uiteraard ijs, maar niet voordat iedereen was aangeschoven: de twee tandeloze negerinnen (die hadden wat moeite met de weg vinden, dus het duurde allemaal zo lang dat het ijs zachter was geworden dan ik wilde), het schooltuinenmeisje van de envelop bij Dirk, Paul Weller, Dee C. Lee, de twee rechercheurs en mijn buurman.

Ik schepte nog een tweede portie ijs voor mezelf op, en vanuit de keuken zag ik dat Paul Weller zijn telefoonnummer gaf aan een van de twee negerinnen.
Het beloofde een lange avond te worden.

Geen opmerkingen: