Totaal aantal pageviews

woensdag, juli 19, 2006

Arbeiderstuig




Bloody hell....het is echt warm.
In tegenstelling tot veel Nederlanders klaag ik niet dat het "nu wel erg warm" is.
Wekenlang zitten we met zijn allen te zeiken dat het een kutlente was, en dan is het eens goed heet, is het weer niet goed? Fuck off!

Om nog iets mee te pakken van de liefde die de zomer ons geeft, besloot ik om vandaag eens om acht uur te beginnen. Na het werk gelijk door naar het park, handdoekje mee en nog even een paar uur lage zon in mijn smoel meepikken.
Heerlijk.

Om iets na half acht liep ik zodoende mijn flat (of moet ik heel hip appartement zeggen...?) uit en zag dat een van de bij de herstelwerkzaamheden aan mijn flat (appartement?) arbeiders zijn auto midden op de weg (parkeerstraatje?) had geparkeerd, precies achter mijn Kaatje godverdomme. Ik snap dat wel hoor. Hem in een leeg, daarvoor aangewezen, parkeervak zetten had hem zeker tien meter extra lopen gekost. Bovendien: hoe groot is de kans nu helemaal dat op een doordeweekse werkdag iemand om half acht met zijn auto wegmoet? Eigen schuld, kortom. Mijn hemel....sommige mensen zou je toch ter plekke door hun kop willen schieten....

Even toeteren en de aandacht trekken van dit arbeidersvolk, en ik zou snel op weg zijn naar mijn tweede huis op de Gyroscoopweg. Op mijn getoeter werd inderdaad vanaf de stellage gereageerd met een "Joe! Ik kom eraan!".
Dat schoot alvast op: de klootzak liep hier daadwerkelijk rond en wist dat ik weg wilde. De motor vast aan, samen met de airco en buiten mijn eerste peukie roken.
Toen mijn sigaret op was, stond de oranje Opel uit Groningen er nog steeds. Toet! Tooooooeeeeeeeet-toeeeeeeeeeeeet godverdomme!!! "jajaja ik kom er aan!!!"
"Vandaag nog...? Ik moet naar mijn werk....!!!"
"Jaja, ik kom er zo aan!!!"
"Mooi man!"

Vijf minuten later kwam er een opzichterstype (want hij droeg een leesbril) met zijn handen in zijn zakken het tafreel aanschouwen op een meter van mijn achterbumper.
"Kom je die kutauto nu weghalen? " informeerde ik vriendelijk.
"Het is mijn auto niet. Maar kun je er niet langs?"
Mijn god. Een idioot.
"Jawel, maar ik sta graag voor jan lul tien minuten te vloeken en toeteren"
"Ja, maar als je nou daar eerst een stukje de stoep oprijdt, en dan schuin achteruit steekt, kan je misschien net langs die betonnen bol rechts, en dan stuur je meteen naar links, en pas je misschien net achter die andere auto langs. Ik geef je wel aanwijzingen" zei deze mongool.
Ik keek nog eens goed naar de situatie en zei geirriteerd "Werk jij in de bouw, met je timmermansoog? Mijn god, zet je bril eens recht op je smoel. Kijk dan, ik heb godverdomme krap dertig centimeter over. En dan schuin achteruit over een hoge stoeprand, langs een betonnen bol? Ik heb heb een ander idee. Let op, het is vrij ingewikkeld. Haal. Die. Auto. Weg."
"Ja maar ik probeer alleen maar te helpen!"
"Prima. Wil je me helpen? Zorg. Dat. Die. Godverdommese. Kut. Auto. Nu. Weg. Gaat. Of. Ik. Sloop. Hem."
"Ehhhhhh...ok...moment, ben zo terug, ok?"
"Is je geraaien."

Weer vijf minuten voorbij. Plotseling gebeurde er niets.
Ik was het zat. Ruim een kwartier wachten voordat je weg kan rijden, voor een ritje van tien minuten terwijl de eigenaar van die stinkauto op nog geen twintig meter afstand ergens aan het werk is? Ik lijk godverdomme wel gek ook....
Aldus hield ik mijn claxon ruim een volle minuut ingedrukt, waarmee ook de laatste flatbewoners definitief uit hun slaap gewekt werden en over hun balkons naar beneden keken.

Een stoffige antikraakstudent deed een raam open in het kantoorgebouw achter mij.
"Hee! Moet dat!!!!" schreeuwde hij.
"Ja, dat moet. En jij moet je nest uitkomen en wat nuttigs gaan doen, de zon schijnt en het is acht uur geweest, klootzak!" diende ik hem van repliek.
Het raam ging weer dicht.

Daar kwam een tot nu toe onbekende klootzak aangesloft met een sleutelbos in zijn hand. "Kom jij die kankerauto eindelijk eens weghalen, achterlijke kaffer?" vroeg ik mijn nieuwe vriend.
"Ja, ik mumblzwal op de mmmdelzwaalblllmmmmprrr" antwoordde deze.
"Ik versta geen reet van wat je zegt, maar het interesseert me niets. Instappen en opbokken" adviseerde ik de onverstaanbare aap.
"Frrrddillmmm krrrrruuuupppppziwol"
"Ja, whatever. Wegwezen." en ik stapte -eindelijk- in mijn zilveren bol.
Tot mijn verbazing reed de Groningse missing link niet enkele meters verder of terug, nee: hij reed de straat uit en verdween uit mijn leven.
Mijn god. Daarom moest ik wachten. Hij was toch over een kwartiertje klaar met deze klus, dus die Amsterdamse aso kon gewoon wel even lekker wachten, dat scheelde weer een keer trapje-op trapje-af.

Met piepende banden gierde ik de hoek om, en in een recordtijd (zeven minuut veertig seconden) was ik op mijn werk.

Wat een klootzak.

Geen opmerkingen: