Totaal aantal pageviews

donderdag, april 20, 2006

prompt





Sjesus wat ben ik vandaag chagrijnig. (spreek uit als saggeraanig)

Geen idee waarom, geen specifieke reden, alles loopt zoals het de laatste tijd loopt, go with the flow en deze dag was niet anders dan de meeste andere.
Het zal de vermoeidheid wel zijn, gecombineerd met de immer uitblijvende lente en de zoveelste opkomende verkoudheid van dit jaar.
Ik werk in een gebouw waarvan de airco zo nu en dan op hol slaat, en -gevoelig als ik ben- ik de minste zucht wind in mijn botten voel waaien. Niemand anders schijnt er last van te hebben, maar een halve graad kouder in het pand en een flauw vermoeden van een half idee van een lichte tocht doet me ineenkrimpen en prompt word ik ziek. Ik heb dat altijd gehad. Dag met een open raampje in een auto zitten: ziek. Tochtige bioscoop: ziek. Ik haat, kortom, tocht. Tenzij het dertig graden is, dan houd ik ervan.

De hele dag heb ik heerlijk lopen kankeren en schelden op de helft van mijn collega's, die bij het binnenkomen al in een halve seconde zien hoe mijn humeur is. Waarom zou je het ook verbergen? Een open boek ben ik voor iedereen die me kent. Wel zo makkelijk. Qua werk zat ook alles heerlijk tegen: de ene kutapplicatie na de andere ging tits up en iedereen zat aan mijn kop te zeiken. Die hebben stuk voor stuk de wind van voren kunnen krijgen.
Het wachten is nog op een escalatie-belletje van die halfwits van ons NOC (network operating center) met een of ander vaag probleem waarvan ze zelf geeneens een idee hebben waarom ze mij alvast bellen. Klokken en klepels, vorken en stelen; kaas hebben ze er allerminst van gegeten.
Degene die het godverdomme waagt om mij tussen nu en morgenochtend te bellen voor netwerk-onzin kan een kannonade van gevloek over zich heenkrijgen. Ik zit me er nu al op te verheugen. Alsjeblieft, make my day, stelletje hufterige klootzakken.

Nog een kleine week en ik kan mijn Kaatje ophalen. Zodra die klootzakken hun bak geld binnen hebben, verwacht ik een telefoontje en binnen het uur sta ik in Hazerswoude of all places om mijn schatje de mijne te maken.
Ik zeg het nog maar eens: er wordt niet gerookt in Kaatje.
Sterker, nu ik erover nadenk, denk ik dat ik sowieso helemaal maar kap met roken vanaf aanstaande maandag. Ik ben er eigenlijk wel een beetje klaar mee, met dat smerige gepaf. Ik heb nog wel een berg nicotinepleisters liggen, waarmee ik de wonden op mijn ziel zal afplakken. Ik heb die hoer, Lady Nicotine, eigenlijk helemaal niet eens nodig. De enige reden dat ik nog rook, is omdat ik er met een sigaret in mijn smoel zo ontzettend geil uitzie. Maar dat doe ik ook zonder sigaret, zij het in iets mindere mate. Ik zal het moeten compenseren met iets anders. Bijvoorbeeld.....iets als...even denken....een duur horloge.
Ach nee, wat zit ik toch te zeiken, ik heb godverdomme een G-Shock met ingegraveerde handtekening van Eric Clapton, en die draag ik niet eens. De tijd kan me gestolen worden, dus wat moet ik met een duur klokkie? Nee, het zal iets anders moeten worden waarmee ik mijn aangeboren coolheid prononceer.

Misschien moet ik mezelf een raar loopje aanmeten, of een zenuwtic faken.
Of een litteken op mijn smoel graveren, dat heeft ook iets je ne sais quoi waardoor de wijven heet lopen.
Maar wacht nog eens...ik heb verdomme al een smoel vol littekens, al zijn ze niet zo snel als zodanig herkenbaar.
Zo is daar de kleine kras op mijn voorhoofd: een herinnering aan kleine Arjentje die het leuk vond met zijn smoel op een fietsenrek te vallen. Gelukkig was dat het fietsenrek van het GGGD-gebouw, dus ik kon gelijk naar binnen met mama.
Dat lachkuiltje in mijn linkerwang? Dat heb ik sinds ik met mijn autoped omflikkerde op het schoolplein en de punt van het stuur door mijn wang heenprikte. Hoe krijg je het voor elkaar?
Net links van mijn slaap heb ik een nauwelijks zichtbare deuk vlak onder mijn wenkbrauw. Dat is van de onderste punt van mijn rechter keukenkastje. Toen ik hier met mijn ex-ex-ex kwam wonen riep ik haar vol trots dat het fornuis was aangesloten en draaide mijn hoofd richting woonkamer terwijl ik rechtop ging staan. Nooit geweten hoe hard een Bruynzeel aan kon komen.
Achterop mijn schedel heb ik ook nog een flinke kras zitten, gelukkig bedekt door een bos dik haar waar de gemiddelde jood jaloers op zou zijn. Oorzaak: een door mijn medekleuter Dennis in de lucht geworpen emmertje vol met zand. Het was het landen van dat emmertje op mijn hoofd waar wij beiden niet op gerekend hadden.
Dan is er nog het niet zichtbare litteken, ook weer links, in mijn bovenkaak. Een scheur in mijn jukbeen die nooit goed hersteld is, waardoor ik sinds 1987 regelmatig een trillerig, irritant gevoel ervaar als je met je vinger zachtjes over mijn slaap heengaat. Oorzaak hiervan was een hele grote neger die niet zo gediend was van mijn destijds chronisch grote bek die ik te vaak opentrok onder invloed van drank en drugs.

Kortom: ik ga stoppen met roken en ik heb godverdomme geen surrogaat nodig want ik ben van mezelf al interessant genoeg. En nu smoel houden want ik zit naar Ryan Adams te luisteren zoals wel vaker de laatste tijd omdat hij niet alleen prachtnummers maakt, maar ik soms ook denk dat hij zingt wat ik voel.

Derhalve en zodoende:

Everybody's cool playing rock n roll
Everybody's cool playing rock n roll
I don't feel cool at all
I don't feel cool at all
Send all of my best out to the hand
I don't think I'll make it out to the show
There's this girl I can't get out of my head
There's this girl I can't get out of my head
And I don't feel so cool at all


Geen opmerkingen: